We leven in een tijd waarin iedereen ‘iets met content’ doet. Ondernemers, marketeers, zzp’ers, experts; we produceren met z’n allen dagelijks een eindeloze stroom aan posts, reels, blogs, nieuwsbrieven en video’s. En toch voelt het vaak alsof we bezig zijn met water naar de zee dragen. Veel doen, weinig resultaat.
Hoe komt dat? Simpel gezegd: omdat er vaak geen strategie onder ligt. Of beter gezegd — geen échte strategie. Geen plan dat gebaseerd is op inzichten, op gedrag van je doelgroep, op wat wél en níét werkt.
We zijn druk met creëren, maar vergeten te kijken. We zoeken naar inspiratie, maar negeren de signalen die onze eigen content allang afgeeft. We denken dat strategie begint met een brainstorm, terwijl het eigenlijk begint met terugkijken.
Deze blog is voor iedereen die minder wil gissen en meer wil raken. Voor iedereen die slimmer wil werken in plaats van harder. En voor iedereen die z’n content niet wil baseren op willekeur, maar op bewijs.
Je hoeft geen data-analist te zijn. Je hoeft alleen te durven kijken.
Inhoudsopgave
- Introductie: De illusie van inspiratie
- Waarom “creatief beginnen” vaak zonde van je tijd is
- Welke data je al hebt (zonder extra tools)
- De vier soorten data die richting geven
- Praktische stappen: van inzicht naar strategie
- Veelgemaakte fouten bij datagedreven content
- Hoe data én gevoel samenwerken
- Conclusie: Stop met raden, begin met lezen
1. Introductie: De illusie van inspiratie
Het klinkt als het begin van een productieve ochtend: verse koffie, een leeg document en een hoofd vol plannen. Tijd om content te maken. Je opent Notion of Canva, begint te typen, scrolt wat op LinkedIn voor “inspiratie” en voor je het weet heb je drie halve ideeën en een frustratie.
Veel ondernemers starten hun contentstrategie vanuit creativiteit. Ze denken: als ik maar iets verzin dat leuk, waardevol of opvallend is, dan komt het wel goed. Maar hier gaat het vaak mis. Want creativiteit zonder richting voelt als schieten met losse flodders. Ja, het is leuk om met ideeën te spelen — maar zonder kader blijft het vooral gokken.
En dat is zonde. Want terwijl jij opnieuw probeert het contentwiel uit te vinden, ligt er al een routekaart klaar: je data.
Die vertelt je niet alleen wat je eerder hebt gedaan, maar ook wat werkte, wat bleef hangen, waar op geklikt werd en wat compleet werd genegeerd. Je hoeft het alleen nog serieus te nemen.
Strategisch content maken begint niet met creëren. Het begint met kijken.
2. Waarom “creatief beginnen” vaak zonde van je tijd is
Het klinkt aantrekkelijk: beginnen met een brainstorm, een mindmap maken of lekker in Canva klikken tot er iets ontstaat dat ‘goed voelt’. Maar zonder dat je het doorhebt, ben je vooral aan het gokken.
Content maken zonder duidelijke richting of houvast leidt vaak tot:
- Posts die niet aanslaan omdat ze niet zijn afgestemd op je doelgroep
- Herhaling van boodschappen die je al vaker hebt gedeeld, zonder dat iemand ze herkent of onthoudt
- Veel werk, veel twijfel en weinig resultaat
En dan komt het frustrerende deel: je denkt dat je zichtbaar bezig bent, maar je bouwt nergens aan. Geen lijn, geen verhaal, geen groei.
Het probleem is niet dat je geen ideeën hebt. Het probleem is dat je niet eerst gekeken hebt wat je publiek eigenlijk nodig heeft. En dat zie je niet aan je inspiratie, maar aan je data.
Want data laat patronen zien. Het vertelt je wat wél werkt, waar mensen afhaken, waar ze op klikken, wat ze bewaren of delen. Daar zit de basis voor goede content. Niet in een ingeving, maar in inzicht.
Wil je content maken die echt werkt, dan begin je dus niet met maken. Je begint met lezen. Met terugkijken. En dan pas: creëren, maar wel gericht.
3. Welke data je al hebt (zonder extra tools)
Je hoeft geen analytics-expert of dataconsultant te zijn om waardevolle inzichten uit je eigen omgeving te halen. Sterker nog: de meeste data die je nodig hebt om strategische keuzes te maken, is er al. Je hoeft alleen te weten waar je moet kijken.
Een paar laagdrempelige maar o zo waardevolle bronnen:
- LinkedIn-statistieken: Welke posts krijgen veel views, kliks of worden opgeslagen? Wat wordt vaak becommentarieerd of gedeeld? Zo ontdek je niet alleen wat mensen aanspreekt, maar ook hoe ze betrokken raken bij je inhoud.
- Instagram Insights: Kijk naar story analytics. Welke verhalen worden vaak doorgeswipet, waar haken mensen af en wat wordt herhaald bekeken? Posts met veel saves of shares verraden thema’s die mensen waardevol vinden.
- Nieuwsbriefdata: Welke onderwerpen zorgen voor de hoogste open rates of click-throughs? Wat triggert mensen om op ‘lees meer’ te klikken? En waar haken ze af (bijvoorbeeld bij uitschrijvingen)? Dit vertelt je welke toon, timing en thema’s aanslaan.
- Websitecijfers: Via tools als Google Analytics zie je welke pagina’s veel worden bezocht, waar mensen afhaken (bounce rate) en hoe lang ze ergens blijven hangen. Dat laat je precies zien wat hen aantrekt en waar ze afhaken.
- Klantinteracties: Denk aan DM’s, klantvragen, supporttickets, reviews of zelfs opmerkingen onder posts. Dit is ongestructureerde data, maar het is goud waard. Hier ontdek je wat mensen écht bezighoudt, in hun eigen woorden.
Kortom: je hebt meer dan genoeg om mee te werken. Je hoeft alleen te stoppen met ‘blind creëren’ en te beginnen met luisteren naar wat je content al teruggeeft.
4. De vier soorten data die richting geven
Als je naar je content kijkt met een analytische bril, kom je vaak dezelfde signalen tegen. Signalen die – mits je ze herkent – je letterlijk vertellen waar je doelgroep op zit te wachten. Deze signalen kun je grofweg onderverdelen in vier categorieën:
- Gedrag – Wat mensen doen: Denk aan klikken op links, swipen door stories, doorscrollen op je website of hoe lang iemand op een pagina blijft hangen. Gedragsdata laat zien waar aandacht naartoe gaat. Niet wat mensen zéggen dat ze interessant vinden, maar wat ze daadwerkelijk doen. En dat gedrag is vaak eerlijker dan woorden.
- Behoefte – Wat mensen vragen: Deze data zit verstopt in DM’s, klantvragen, opmerkingen onder je posts of tijdens intakegesprekken. Waar twijfelen mensen over? Wat willen ze snappen, oplossen, voelen? Dit type data is goud waard voor het bepalen van je thema’s, invalshoeken of contentformats. Want als mensen je iets vragen, is de kans groot dat ze je antwoord ook willen lezen.
- Waarde – Wat mensen bewaren of delen: Content die wordt opgeslagen of doorgestuurd zegt veel over de waarde die iemand eraan hecht. Het betekent: “dit wil ik later nog eens bekijken” of “dit moet iemand anders ook zien”. Posts met veel saves en shares geven je dus een krachtig signaal over welke informatie als waardevol wordt ervaren.
- Reactie – Wat mensen zeggen: Likes, comments, mailtjes terug na een nieuwsbrief, poll-antwoorden: het zijn allemaal vormen van reactie. Ze geven je input over toon, timing en relevantie. En ook al zijn likes vaak ijdelheidscijfers, het soort reactie dat je krijgt is wél betekenisvol. Krijg je alleen emoji’s of start je echte gesprekken?
Als je deze vier datatypes leert herkennen én serieus neemt, hoef je niet langer te gokken wat je moet posten. Je publiek vertelt je het al. Je hoeft alleen te luisteren met je ogen.
5. Praktische stappen: van inzicht naar strategie
Nu je weet welke soorten data je kunt gebruiken, is het tijd om die inzichten ook echt om te zetten in een strategie. Geen ingewikkelde dashboards of datateams nodig: een scherp oog, een paar slimme vragen en een goed document zijn vaak al genoeg.
Stap 1: Verzamel 3-6 maanden aan data
Scroll terug door je eigen kanalen. Verzamel gegevens uit je LinkedIn, Instagram, e-mailtool, website, reacties en DM’s. Maak screenshots, kopieer statistieken, zet opvallende vragen of opmerkingen in een apart document. Het kan handmatig als je het maar structureert.
Stap 2: Analyseer je top- en flopcontent
Welke content deed het opvallend goed? En welke bleef achter? Kijk niet alleen naar likes, maar ook naar saves, shares, kliks, reacties, en hoe lang mensen iets bekeken of lazen. Ga op zoek naar waarom iets werkte of juist niet. Ging het om het onderwerp? De vorm? De timing?
Stap 3: Zoek patronen in onderwerp, vorm, toon en timing
Wat valt op als je je succesvolle (en minder succesvolle) posts naast elkaar legt? Zijn er terugkerende thema’s? Specifieke formats (bijv. lijstjes, tips, persoonlijke posts)? Was er een toon of stijl die beter werkte? En wanneer werd iets gepost?
Stap 4: Cluster thema’s die blijven terugkomen
De kans is groot dat bepaalde onderwerpen of vragen steeds opnieuw opduiken. Dat zijn jouw strategische haakjes. Cluster ze in thema’s die je publiek blijkbaar relevant vindt. Denk bijvoorbeeld aan: ‘starten met marketing’, ‘zichtbaarheid zonder salesdruk’, ‘persoonlijke branding met data’.
Stap 5: Vertaal inzichten naar contentpijlers en formats
Nu je weet wat werkt en waar de behoefte ligt, vertaal je dat naar duidelijke pijlers en formats. Bijvoorbeeld: “Zichtbaarheid” wordt een pijler, met formats als: tips-posts, klantcases en behind-the-scenes reels.
Stap 6: Plan vooruit (maar flexibel)
Gebruik deze inzichten om je contentplanning te maken. Begin met de formats die al bewezen werken, maar hou ruimte voor aanpassingen. Data geeft richting, maar je strategie mag blijven meebewegen met wat je leert.
Een slimme strategie is dus geen one-size-fits-all plan, maar een systeem dat gebouwd is op gedrag, behoefte en waarde, en dat ruimte laat voor gevoel en creativiteit.
6. Veelgemaakte fouten bij datagedreven content
Het gebruiken van data voor je contentstrategie klinkt geweldig, en dat is het ook, maar er zijn een aantal valkuilen waar veel ondernemers (en marketeers) toch in trappen. Hieronder de meest gemaakte fouten, en waarom je ze wilt vermijden:
1. Alleen focussen op likes Likes zijn zichtbaar, makkelijk te meten én geven een instant dopamine-hit. Maar in de meeste gevallen zeggen ze weinig over de werkelijke waarde van je content. Een like is vaak impulsief. Veel belangrijker zijn de ‘stille signalen’: hoeveel mensen hebben je post opgeslagen? Hoeveel klikken er door naar je website? Hoeveel mensen reageren écht of sturen je een DM? Als je alleen naar likes kijkt, stuur je op oppervlakkige populariteit in plaats van op echte betrokkenheid.
2. Geen onderscheid maken tussen toevalstreffers en structurele waarde Iedereen heeft weleens een post die ‘ineens ontploft’. Veel views, veel bereik, misschien zelfs viraal. Maar dat betekent nog niet dat het strategisch waardevolle content is. Kijk naar herhaalbaarheid: zijn dit resultaten die passen bij jouw merk, jouw doelgroep, jouw doelen? Of was het een lucky shot? Bouw je strategie op basis van patronen, niet op basis van uitzonderingen.
3. Alles zelf proberen te bedenken Veel ondernemers denken dat ze alles zélf moeten verzinnen. Maar je publiek geeft je al input in reacties, vragen, gesprekken, poll-antwoorden. Door te luisteren en co-creatie toe te passen (bijv. door vraagstickers, Q&A’s of klantinterviews), maak je content die direct aansluit bij wat je doelgroep wil weten. En je hoeft het niet allemaal uit je duim te zuigen.
Data is pas krachtig als je het juist interpreteert en combineert met inzichten uit de praktijk. Anders blijf je stuurloos cijfers verzamelen, en dat is precies wat we proberen te voorkomen.
7. Hoe data én gevoel samenwerken
Data helpt je om koers te bepalen, maar gevoel bepaalt hóe je vaart. Waar cijfers je vertellen welke onderwerpen relevant zijn, welke formats goed scoren of wanneer je doelgroep actief is, vertelt je gevoel je iets anders: of het klopt. Of het bij je past. Of het echt is.
Gevoel is dus niet de tegenhanger van data, maar de aanvulling. En juist in contentcreatie is die balans essentieel. Hier is waarom:
- Timing (wanneer voelt iets relevant?) Data kan je vertellen dat dinsdagochtend de hoogste engagement oplevert, maar alleen jij voelt aan wanneer een boodschap echt op z’n plek valt. Gevoel helpt je inspelen op actualiteit, seizoenen, emotionele lading of de energie van je publiek.
- Tone of voice (wat past bij jou?) Je kunt analyseren welke schrijfstijl het beste werkt, maar je gevoel vertelt je wanneer je eerlijk, natuurlijk en overtuigend klinkt. Je tone of voice is een verlengstuk van je merkpersoonlijkheid. Die moet niet alleen kloppen voor je publiek, maar ook voor jou.
- Creatieve invulling (hoe breng je het?) Data zegt misschien: dit onderwerp werkt. Maar hóe je het vertelt, via een verhaal, metafoor, sketch, illustratie of blog, komt voort uit jouw creativiteit en intuïtie. En dáármee onderscheid je je.
De meest succesvolle contentmakers combineren cijfers en intuïtie. Ze kijken naar wat werkt én voelen aan wat klopt. Ze bouwen op inzichten, maar wijken er soms bewust van af. Omdat strategie niet alleen over optimaliseren gaat, maar ook over vertrouwen hebben in je eigen stem.
Kortom: data vertelt je waar je heen moet. Gevoel helpt je bepalen hoe je daar komt op een manier die bij jou en je publiek past.
8. Conclusie: Stop met raden, begin met lezen
Voordat je nieuwe content maakt, voordat je begint aan een campagne, serie of post die ‘goed voelt’, moet je eerst terugkijken. Want de antwoorden op wat werkt, liggen zelden in een brainstorm, maar bijna altijd in wat je al hebt gedaan. In de reacties die je kreeg, in de cijfers die je verzamelde, in het gedrag van je volgers, lezers of klanten.
Strategie begint niet met inspiratie, maar met inzicht. Door stil te staan bij je data zie je niet alleen welke onderwerpen resoneren, maar ook welke formats beklijven, welke toon past en welke vorm uitnodigt tot actie. Je hoeft niet telkens opnieuw te bedenken ‘wat je nu weer gaat posten’. Je hoeft alleen terug te lezen wat je publiek je al heeft laten zien.
Je contentstrategie begint dus niet met een leeg document en een kop koffie, maar met terugbladeren, analyseren en herkennen. Wat werkte echt en waarom. Wat werd overgeslagen. Wat werd bewaard. En wat uitnodigde tot een gesprek.
Pas dan, als je weet waar je op kunt bouwen, ga je creëren. Dan maak je content met richting, met structuur, met potentie.
Niet omdat je inspiratie kreeg. Maar omdat je eerst geluisterd hebt. En dat is wat strategie echt betekent: kiezen op basis van wat je weet, niet op basis van wat je hoopt.
Geen idee waar je moet beginnen? Ik geef je gratis advies! Klik hier 🙂
